"Mijn eerste cluppie was de plaatselijke voetbalvereniging uit mijn dorp, VV Austerlitz. Ik kon daar goed meekomen, en maakte de stap naar VV Woudenberg, en daarna naar Roda’46. Steeds had ik het gevoel: er zit meer in voor mij.
Toen kwam de dag dat FC Utrecht zich meldde. Als je dat hoort, dat FC Utrecht je graag wil opnemen in de Academie, dan sta je te glunderen van oor tot oor. Ik besloot voor mijn kans te gaan en mezelf maximaal uit te dagen. Ik scoorde best makkelijk bij Roda’46, maar hoe zou dat op het allerhoogste niveau gaan?
Het is de beste stap geweest die ik had kunnen zetten. In Utrecht werd ik begeleid door vakmensen en specialisten, op allerhande fronten. Aan de hand van hun expertise en inzichten bleek ik mezelf nog veel verder te kunnen ontwikkelen. Dus dat deed ik, en doe ik nog steeds. En elke dag dat ik als jochie naar dat grote Stadion Galgenwaard keek, dacht ik: ooit wil ik daar mijn doelpunten maken.
Na mijn eerste goal in het stadion schoten al die jaren als een flits door mijn hoofd. Wat een geweldig gevoel!”